Langdurig zieken onder een vergrootglas 🔍
- 30 sep
- 4 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 1 dag geleden

🤔Langdurig zieken mobiliseren. Het is een belangrijk agendapunt op de politieke agenda📅. Want zo blijkt de tewerkstellingsgraad van onze actieve bevolking tussen 20 en 67 jaar, ligt onder dat van onze buurlanden 📊 . Dit wordt onder andere mede veroorzaakt door het hoge aantal voltijdse studenten in België maar ook de grote groep inactieven bij de 50 plussers. Onder beide groepen zijn er ook daadwerkelijk weinig op zoek naar werk.
En ten slotte is er ook het hoge percentage langdurig zieken 🤧 . Om aan een tewerkstellingsgraad van 80% te komen ligt net deze laatste groep onder een vergrootglas 🔎.
Minister Frank Vandenbroucke volgt hierin een plan in 4 golven. Waarvan de eerste 2 al in uitvoering zijn. Voor de derde golf wordt verwacht dat het wettelijk kader in de komende maanden wordt vastgelegd.
De Terug-naar-werk coördinator
Sinds 2021 zijn Terug naar Werk-coördinatoren aangesteld bij de mutualiteit. Hun opdracht is: bereikbaar zijn voor een persoonlijk gesprek met iemand die arbeidsongeschikt is, en kijken naar wat nog wél mogelijk is. In de praktijk zien we dat de effectieve inschakeling slechts de afgelopen 1,5 jaar meer gebeurd maar zeker nog niet systematisch. Mogelijk komt dit door het lage aantal coördinatoren per regio. Daarnaast valt op dat de coördinator momenteel met name een doorverwijzende functie heeft en zeker met betrekking tot mentale klachten een beperkte achtergrond heeft.
Vaste contactmomenten
In 2023 is er een vast ritme aan contactmomenten ingebouwd: in de vierde, de zevende en de elfde maand van het eerste jaar moet er een persoonlijk contact zijn tussen de persoon op ziekteuitkering en de adviserend arts van het ziekenfonds (of iemand van zijn team) . Een betere opvolging is de doelstelling. Tegelijkertijd werd beslist dat mensen in de toekomst nooit voor langer dan 1, 2 of 5 jaar een erkenning in de invaliditeit zouden krijgen, behoudens grote uitzonderingen.
De derde golf – een sneller contact
De derde golf, zou ingaan vanaf 1 januari 2026, en deze focust op een sneller contact dan vroeger.
De arbeidsarts zal het getuigschrift arbeidsongeschiktheid, dat de huisarts uitschrijft, binnenkort automatisch ontvangen en er wordt verwacht dat de arbeidsarts al na één maand actie onderneemt: informeren, in gesprek gaan, mogelijke aanpassingen bekijken.
Werkgevers worden dan weer verplicht om binnen de zes maanden een re-integratietraject op te starten voor wie dit vraagt, arbeidspotentieel heeft én nog een arbeidsovereenkomst beschikt.
Voor wie geen arbeidsovereenkomst meer heeft maar wél arbeidspotentieel, zal een verplichte inschrijving bij de arbeidsbemiddelingsdienst zoals VDAB, noodzakelijk zijn met binnen de maand een eerste gesprek.
Voor het eerst krijgt ook de behandelend arts een duidelijke rol. Met een ‘fit-note’ die aangeeft wat wél nog mogelijk is. Het nieuwe TRIO-platform dat vanuit de privacy wetgeving onder vuur ligt, zorgt ervoor dat er overleg kan plaatsvinden met de adviserend arts en de arbeidsarts. Daarnaast mag een attest in het eerste jaar maximaal drie maanden dekken.
Tot slot worden langdurig zieken verplicht tot het ingaan op uitnodigingen en zich tijdig inschrijven bij de VDAB, le FOREM of Actiris. Bij herhaald afwezig blijven volgen sancties. Of het haalbaar is voor deze diensten om binnen de maand een eerste gesprek in te plannen is op dit moment te betwijfelen.
Een overzicht van de nieuwe maatregelen waarmee extra verantwoordelijkheid gelegd wordt bij werkgevers, werknemers, mutualiteiten en artsen vind je hier terug.
Werkgevers betalen zo vanaf 2026 een solidariteitsbijdrage in de tweede en derde maand van arbeidsongeschiktheid en dienen ook geen gewaarborgd loon te moeten betalen als werknemers die het werk gedeeltelijk hervat hebben met toestemming van de adviserend arts, opnieuw ziek worden. En bij herval na een volledige werkhervatting is pas na 8 weken opnieuw gewaarborgd loon verschuldigd.
Achter de schermen wordt bij VDAB wellicht hard gewerkt om de kennis van de medewerkers met betrekking tot het begeleiden van mensen met een langdurige ziekte (fysiek of mentaal) te begeleiden te vergroten. Kritiek luidt dat initiatieven zoals het GTB traject tot nu onvoldoende maatwerk bood, lange wachttijden hanteerde, een te kleine doelgroep bereikte en werkhervatting bovendien vaak slechts gedeeltelijk of tijdelijk gebeurde. Met weinig zicht op de duurzaamheid en dus rendement op langere termijn. Methodologische beperkingen van studies, zoals selectie-effecten en korte opvolgperiodes, kunnen de resultaten tot nu toe positiever doen lijken dan ze in werkelijkheid zijn.
Ondertussen werkt minister Vandenbroucke al aan een vierde golf van maatregelen, gericht op die mensen die zeer langdurig ziek zijn. Wie langdurig of chronisch ziek is, moet minstens één keer per jaar zijn behandelend arts zien voor een gesprek over zijn of haar arbeidsgeschiktheid: om dat te garanderen zou jaarlijks een nieuwe aanvraag ‘arbeidsongeschiktheid’ moeten gebeuren voor iedereen die langer dan één jaar arbeidsongeschikt erkend is (vandaag is dat helemaal niet voorzien). Want zo stelt de minister: arbeidspotentieel verandert, net zoals behandelingen, hulpmiddelen en werkomstandigheden. Wat arbeidsgeschiktheid dan juist betekent en hoe een huisarts de werkpost en taken van een patiënt goed kan inschatten is onderhevig aan kritiek. Daarnaast geldt ook voor de arbeidsarts de vraag of deze in staat is om de werkgeschiktheid van een werknemer goed in te schatten aangezien hij deze vaak slechts beperkt kent. Bovendien staan zowel de huisarts als bedrijfsarts momenteel reeds onder sterke druk. Met een een nijpend tekort in het aantal huisartsen en sterk verloop bij bedrijfsartsen.
Ten slotte wordt er met deze maatregelen niet gekeken naar het eigenlijke probleem. De redenen van uitval bij langdurig arbeidsongeschiktheid. Waar met stip bovenaan in België zowel de locomotorische klachten (waaronder rug en nekklachten) als mentale problemen staan. Beiden bovendien duidelijk onderling gelinked .
Opmerkingen